Zorgen om landschap in Zuid-Holland het grootst
Nationale Landschap enquête: 81% maakt zich zorgen om landschap
12 maart 2019. Het landschap van de provincie Zuid-Holland krijgt het
laagste rapportcijfer van Nederland. Rond Rotterdam en de zuidrand van Den
Haag krijgt het zelfs een onvoldoende. Dat blijkt uit de Nationale Landschap
Enquête van Natuurmonumenten uitgevoerd door Wageningen Environmental
Research. Ook de zorgen over de toekomstige ontwikkelingen zijn duidelijk
het grootst in het westen van het land, met wederom de westelijke Randstad
als uitschieter. Anneklaar Wijnants, provinciaal ambassadeur Zuid-Holland
van Natuurmonumenten: “Een urgent en helder signaal voor de provincie
Zuid-Holland, verantwoordelijk voor landschap en natuur, om hier vlak voor
de Statenverkiezingen actie op te ondernemen!”
Grootste publieksraadpleging over landschap
Eind november 2018 lanceerde Natuurmonumenten de publieksraadpleging over
het landschap in ons land. Met ruim 45.000 respondenten, waarvan 7.131 uit
Zuid-Holland, is het de grootste publieksraadpleging over ons landschap
ooit. Deelnemers zijn gevraagd hun waardering te geven over het landelijk
gebied in hun woonomgeving. Er blijken grote regionale verschillen. Drenthe
krijgt een gemiddeld rapportcijfer van 8,1 en Zuid-Holland krijgt een 6,7.
Vooral de westelijke Randstad scoort aanzienlijk lager met een 6,5 of
minder. Rond de drie grootste steden is dit zelfs soms onder de 6. Gemiddeld
over Nederland krijgt het landelijk gebied een 7,5.
Druk op ruimte in Zuid-Holland
Anneklaar Wijnants, provinciaal ambassadeur Zuid-Holland van
Natuurmonumenten: “In geen andere provincie zijn industrieterreinen, wegen
en woningen zo prominent aanwezig en nergens in Nederland willen zoveel
mensen (80%) meer ruimte voor de natuur. Als we in deze drukbevolkte
provincie de schaarse groengebieden, zoals het Groene Hart en
Midden-Delfland niet open houden, wil straks niemand hier meer wonen.
Daarvoor is een stevige sturing vanuit de overheid nodig, maar die ontbreekt
momenteel. Vooral de provincie zou hierin veel meer regie moeten pakken.
Opvallend is dat het juist de gemeenten zijn, in die schaarse groene
gebieden, die zich hardmaken voor het behoud van hun waardevolle omgeving.
Dit terwijl de provincies verantwoordelijk zijn voor natuur en landschap.
Zij nemen besluiten over de toekomst van ons land. Op 20 maart zijn de
verkiezingen voor de Provinciale Staten. Dat is hét moment voor alle
Nederlanders om te kiezen voor een groen en levend landschap.”
Meer ruimte voor natuur buiten natuurgebieden
Met alleen het beschermen van natuurgebieden kunnen we de Nederlandse
natuur niet redden. Want het grootste deel van ons platteland wordt beheerd
door boeren en juist hier bleek de achteruitgang van de biodiversiteit het
grootst. Op het boerenland liggen dan ook de meeste kansen om de
natuurwaarden weer te herstellen. 81% van de deelnemers wil dat boeren
beloond worden voor natuur- en landschapsvriendelijke maatregelen. Voor
intensieve landbouw worden deze gebieden niet geschikt geacht. De
samenwerking die Natuurmonumenten onlangs sloot met Friesland Campina is
daar een mooi voorbeeld van. Samen met boeren brengen de boswachters
bloemrijke bermen en bloeiende weides terug. De boeren krijgen hiervoor
extra betaald en er komt meer ruimte voor bloemen en insecten.
Opwekken duurzame energie op de juiste plek
De respondenten geven ook het signaal dat zorgvuldige ruimtelijke
inrichting nodig is. Ze vinden dat er ruimte moet blijven voor het opwekken
van duurzame energie, maar dan wel op logische plekken. Ruim 90% van de
deelnemers vindt daken van woningen en bedrijven geschikt voor zonnepanelen.
Windmolens willen ze bij snelwegen, havens en bedrijventerreinen (88%).
Natuurgebieden en kleinschalige landschappen vinden deelnemers ongeschikt
voor het opwekken van duurzame energie.
Het wordt stil in het buitengebied
Naast de waardering van het landschap, maakt 63% van de Nederlanders zich
ook zorgen over het verdwijnen van bloemen, insecten en vogels in het
buitengebied. Marc van den Tweel, algemeen directeur Natuurmonumenten: ”Het
valt mensen op dat ons landschap steeds stiller en kleurlozer wordt.
Karakteristieke landschapselementen verdwijnen en bedrijventerreinen rukken
op.” Ook de kinderen valt dit op: 76% maakt zich zorgen over het verdwijnen
van dieren als vlinders, bijen, vogels en reeën. Mensen waarderen hun
woonomgeving hoger als ze meer dieren, bomen, houtwallen en bloemen zien,
blijkt uit het onderzoek. Van den Tweel: “Wilde bloemen geven kleur aan onze
omgeving en voeding aan insecten. Ze vormen de onmisbare basis voor sterke
natuur. Vorig jaar wees onderzoek uit dat twee derde van alle insecten
verdween in nog geen dertig jaar tijd. Zonder bloemen geen insecten, zonder
insecten geen vogels.” Natuurmonumenten zet zich daarom in voor een
bloemrijker Nederland. Iedereen kan helpen om plek te maken voor wilde
natuur: in parken en tuinen, op bedrijventerreinen of in agrarisch gebied.
Natuurmonumenten vraagt grondeigenaren hun bermen, sloten, parken en
akkerranden in te zaaien met wilde bloemen en minder vaak te maaien zodat
insecten voedsel en bescherming kunnen vinden.
Bron: Persbericht Natuurmonumenten 11
maart 2019; meer informatie op:
www.natuurmonumenten.nl/nationale-landschap-enquête.
|